Hoe werkt je geheugen?
Om je geheugen optimaal te kunnen benutten, is het belangrijk om te begrijpen hoe het werkt. De werking van je geheugen wordt vaak vergeleken met een computer. De informatie die je binnenkrijgt (bijvoorbeeld als je iets hoort of leest), wordt opgeslagen op de “harde schijf”. Vanuit daar wordt het weer opgeroepen als je het nodig hebt.
Door te herhalen blijft de informatie beter bewaard in je langetermijngeheugen en verwerk je nieuwe informatie sneller
Drie fasen
Dat oproepen gebeurt in drie verschillende fasen:
- Opnemen van informatie doe je met je zintuigen. Je hoort, ziet, ruikt, voelt en proeft allerlei dingen. Met hoe meer zintuigen je iets waarneemt, hoe meer er in je geheugen blijft hangen. Het waarnemen van informatie kan zowel bewust als onbewust gebeuren. Belangrijk: hoe bewuster je aandacht aan iets schenkt, hoe beter je het uiteindelijk onthoudt.
- Bewaren: de kennis die je hebt opgenomen, wordt vervolgens verwerkt en opgeslagen. Je geheugen maakt hierbij keuzes, want sommige informatie wordt bewaard, terwijl andere informatie wordt gewist. De informatie die overblijft, wordt geordend en gekoppeld aan informatie die je al eerder hebt opgeslagen.
- Herinneren: tot slot moet je de informatie die je in je geheugen bewaard, ook weer kunnen oproepen. Dat noem je ook wel herinneren. Waarschijnlijk heb je zelf al ervaren dat dit oproepen van informatie niet altijd even vlekkeloos verloopt.
Om vergeten tegen te gaan, is het belangrijk om de leerstof regelmatig te herhalen. Daarvoor kun je het beste een aantal vaste herhalingsmomenten inlassen.